Niet voor niets: de uitdagingen zijn groot, divers en zullen alleen maar urgenter worden. Veel boeren zijn gestopt met hun bedrijf of willen gaan stoppen en gaan op zoek naar een andere invulling van zijn of haar bedrijf. Er spelen ook andere opgaves in het gebied waar we het vandaag over hebben. Denk aan een robuust watersysteem dat extreme wateroverlast en droogte kan opvangen. De waterkwaliteit staat onder druk als gevolg van o.a. gebruik van bestrijdingsmiddelen en uitspoeling van mest. Daarom zijn GroenLinks en D66 blij met de aanpak die het college heeft gekozen, waarbij nadrukkelijk de regie en faciliterende rol worden gepakt. Ook zijn we blij met de toezegging van het college om te bezien of een verbod op bepaalde teelten waarbij veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt mogelijk is in het omgevingsplan. 

Het is goed is dat deze visie er ligt, maar we moeten opletten niet te focussen op het faciliteren van bestaand agrarisch gebruik. Juist dit gebied, zó dicht bij twee grote Natura 2000-gebieden, vraagt om sturing naar “natuur inclusieve grondgebonden kringlooplandbouw”, zoals afgesproken in onze omgevingsvisie. Het risico bestaat dat in de uitvoering de belangen van de “blijvers” onder de agrariërs zwaarder blijven wegen dan het nieuwe mogelijkheden scheppen voor de “stoppers”. Daarmee remmen we de noodzakelijk transitie. 

De gemeenteraad leek vrij eensgezind positief over de gebiedsvisie, tot het onderwerp ‘wonen in het buitengebied’ aan de orde kwam. Enkele partijen blijken sterk tegen woningbouw in het buitengebied te zijn. Zij willen ontwikkelingen voorkomen die agrarische bedrijven zouden kunnen hinderen. Deze behoudende visie dat de kernen voor woningbouw zijn en het buitengebied voor de boeren is echter allang achterhaald. D66 en GroenLinks zijn toekomstgericht. De huidige tijd vraagt om mee te bewegen, mee met het veranderende klimaat, mee met de toenemende behoefte aan ruimte voor recreatie en natuurherstel, met het omvormen van bestaande boerenbedrijven en met kleinschalige initiatieven van inwoners die met een beperkt aantal extra woningen op eigen erf het gebied toekomstbestendig willen houden.

Onze visie op wonen in het buitengebied reikt verder dan alleen het gebied Paaldijk/Renheide. Het college heeft zich in de gebiedsvisie gericht op het bestaande beleid: het toestaan van (pre)mantelzorgwoningen, het splitsen van beeldbepalende gebouwen en het omvormen van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning. We constateren echter met het college dat er steeds meer boeren stoppen of hun bedrijf willen omvormen. Dit heeft ook gevolgen voor hun erven. Er zijn al diverse initiatieven gemeld bij de gemeente die om flexibeler beleid vragen. Er is daarom nieuw beleid nodig dat de mogelijkheden van kleinschalig wonen in het buitengebied verruimt. Er zijn ons al een aantal gemeenten hierin voorgegaan waar we ons door kunnen laten inspireren. Zie bijvoorbeeld de gemeente Bronckhorst in Gelderland. Daarom dienden D66 en GroenLinks een motie in waarin het college werd verzocht om:

1. Nader onderzoek te doen naar nieuw beleid rondom het thema “wonen in het buitengebied”.

2. Deze resultaten voor te leggen aan de raad zodat zij zich hierover kan uitspreken.

3. Het nieuwe beleid rondom wonen in het buitengebied bij de eerstvolgende gelegenheid vast te leggen in onze omgevingsvisie.

Helaas bleek er geen meerderheid te vinden voor zo’n onderzoek. Echter, soms duurt het even om te wennen aan ontwikkelingen die je elders in het land in toenemende mate ziet. De bouw van pre-mantelzorgwoningen is hiervan een mooi voorbeeld. Inmiddels heeft ook ons college dit concept omarmd, mede op initiatief van ons. Eenzelfde beweging zag je in de discussie over autoluwe dorpscentra, die GroenLinks samen met D66 startte: aanvankelijk onbespreekbaar, maar nu een gemeentelijke ambitie. We hopen dat ook de omslag in het denken over ons buitengebied bij het wat meer behoudende deel van de raad nog gaat komen. 

De bijbehorende stukken en de live stream zijn hier te vinden: