Landbouwminister Adema gaat meer subsidie verstrekken aan mestfabrieken. Een zorgwekkend bericht op een agrarische website. Vreemd ook want de veestapel is toch aan het krimpen? Dan heb je toch minder mestverwerking nodig in plaats van meer?

Dat zit zo: De EU heeft vanwege de slechte Nederlandse waterkwaliteit bepaald dat boeren hier niet zoals voorheen meer mest mogen uitrijden dan hun collega’s over de grens. Het gevolg is dat er minder mest kan worden uitgereden. Veehouders zullen dus meer moeten afvoeren naar mestfabrieken, een grote kostenpost. Dat laatste is niet nieuw. De mestsector lobbyt al jaren voor uitbreiding van capaciteit en bijbehorende subsidie. De verminderde ruimte om mest uit te rijden wordt nu simpelweg gebruikt om de oude roep om meer mestfabrieken kracht bij te zetten.

De stikstofcrisis is het effectiefst op te lossen met een forse krimp van de veestapel. Je zou verwachten dat de combinatie van de bovenstaande factoren die krimp nu eindelijk vlot zou gaan trekken. Maar dan hadden we buiten de BoerBoerBeweging gerekend. Die is van mening dat de financiële consequenties van het minder mest mogen uitrijden niet ten koste mogen komen van de boeren. Wie mogen daar dan wél voor opdraaien? Het rijk, met andere woorden: de belastingbetaler. Adema blijkt het met de BBB eens te zijn.

Er is inmiddels 1,6 miljard euro aan subsidies gestroomd richting de mestverwerkingssector, een duizelingwekkend bedrag. Allemaal omdat Nederland te weinig grond heeft om de enorme hoeveelheid mest van de miljoenen varkens, koeien, geiten en kippen dat hier gehouden wordt op kwijt te kunnen. Mest moet eerst verwerkt (ontwaterd) worden voordat het over grote afstanden vervoerd kan worden, wat veel energie en geld kost. De gevolgen worden al decennia afgewenteld op ons milieu en de samenleving. Het nieuws dat minister Adema de geldkraan open draait voor meer mestfabrieken is daarom onverteerbaar. Het gaat lijnrecht in tegen het algemeen belang: minder vee. Adema’s plan is bovendien slecht nieuws voor de inwoners van veedichte buitengebieden, die nu al veel overlast ervaren van de veesector.

Sandra de Haan

----------- Een ingekorte versie stond in de krant: 

Landbouwminister Adema gaat meer subsidie verstrekken aan mestfabrieken. Een zorgwekkend bericht. Vreemd ook want de veestapel is toch aan het krimpen? Dan heb je toch minder mestverwerking nodig?
De EU heeft vanwege de slechte Nederlandse waterkwaliteit bepaald dat boeren hier niet zoals voorheen meer mest mogen uitrijden dan hun collega's over de grens. Het gevolg is dat er minder mest kan worden uitgereden. Veehouders zullen meer moeten afvoeren naar mestfabrieken, een grote kostenpost. De mestsector lobbyt al jaren voor uitbreiding van capaciteit en subsidie. De verminderde ruimte om mest uit te rijden wordt nu gebruikt om de oude roep om meer mestfabrieken kracht bij te zetten.

De stikstofcrisis is het effectiefst op te lossen met een forse krimp van de veestapel. Je zou verwachten dat de combinatie van de bovenstaande factoren die krimp nu eindelijk vlot zou gaan trekken. Er is 1,6 miljard euro aan subsidies gestroomd richting de mestverwerkers. Omdat Nederland te weinig grond heeft om de enorme hoeveelheid mest van de miljoenen varkens, koeien, geiten en kippen op kwijt te kunnen. De gevolgen worden afgewenteld op ons milieu en de samenleving. Dat de minister de geldkraan open draait voor meer mestfabrieken is daarom onverteerbaar.

(De foto van de mestfabriek in Sterksel is van het ED.)